Mensen die de afgelopen drie maanden antibiotica hebben gebruikt, letten meer op negatieve gezichtsuitdrukkingen, blijkt uit onderzoek van de universiteit Leiden. Dit kan mogelijk verklaren hoe antibiotica het risico op het ontwikkelen van een depressie vergroot.
Uit eerder onderzoek bleek al dat het gebruik van antiobiotica het darm-microbioom (darmflora) negatief beïnvloedt. Dat kan een domino-effect hebben op de rest van de gezondheid, legt postdoc Katerina Johnson uit, die samen met universitair docent Laura Steenbergen onderzoek hiernaar deed. ‘We weten dat het darm-microbioom bij dieren en mensen niet alleen de lichamelijke gezondheid beïnvloedt, maar ook een wisselwerking heeft met de hersenen, waardoor emoties en hersenfuncties worden beïnvloed.’
Uit het onderzoek onder jonge, gezonde studenten, bleek dat de student die antibiotica hadden genomen, meer aandacht besteedden aan negatieve gezichtsuitdrukkingen. Vooral aan verdrietige. Steenbergen: ‘We weten uit andere onderzoeken dat mensen die meer aandacht besteden aan negatieve emoties een groter risico hebben op het ontwikkelen van psychische aandoeningen zoals depressie en angst.’
Uit eerdere onderzoeken bleek dat zelfs één antibioticakuur het risico op depressie en angst kan verhogen. Steenbergen voegt daaraan toe: ‘Niet alleen de verstoring van het microbioom door antibiotica, maar ook een ontsteking door een infectie zelf kan de hersenen beïnvloeden. Daarnaast weten we ook uit dierstudies dat antibiotica symptomen van depressie kunnen veroorzaken.’
Johnson concludeerde: ‘Het onderzoek toont de sterke relatie tussen fysieke en mentale gezondheid. Antibiotica worden vaak voorgeschreven en zijn belangrijk voor de behandeling van bacteriële infecties. Daarom benadrukken onze bevindingen de noodzaak om de mogelijke psychologische effecten verder te onderzoeken.’
Bron en het hele artikel van de universiteit Leiden.