Tars wist niet beter: sinds zijn 11e had hij altijd buikpijn, 24 uur per dag. Soms viel hij bijna flauw van de pijn of kreeg hij een paniekaanval. Op een gegeven moment, rond zijn 15e, stopte hij zelfs met eten. Om pijn te voorkomen. Tot hij nog maar 50 kg woog, veel te weinig voor zijn 1.84 meter. Tars kreeg sondevoeding en lag vaak in het ziekenhuis. Uiteindelijk resulteerde dit in 2021 in een spoedoperatie, waarbij een stoma werd aangelegd. Eindexamenfeesten, schoolkampen, uitgaan met vrienden: het ging allemaal aan hem voorbij.
Het was niet normaal
‘Dit was mijn leven en voor mij normaal. Ik deed overal laks over en was voor de buitenwereld vrolijk. Nu ik een stoma heb en ik pijnvrij ben, en me voor het eerst in al die jaren goed voel, realiseer ik me nu pas wat ik mezelf heb aangedaan. Het wás niet normaal. Dankzij mijn haptotherapeut ben ik me daar nu heel bewust van geworden.‘
Masker afdoen
‘De haptotherapeut wilde dat ik me meer ging openstellen en hardop zeggen wat ik van mezelf vond. Want waarom had ik zo’n negatief beeld van mezelf en kon ik mezelf niet accepteren? Zij liet mij inzien dat het niet normaal was om te zeggen dat het wel goed gaat, terwijl ik van binnen kapot ging. Tijdens de therapie durfde ik eindelijk mijn masker af te doen.’ Tars moest letterlijk naar zichzelf kijken in de spiegel. ‘Ik kon gewoon geen oogcontact maken, en mezelf dus niet accepteren. Want ik was in mijn ogen imperfect. Ik had immers een stoma, terwijl iedereen in mijn omgeving perfect was. Wat wilde ik er toch graag bij horen, en net als mijn vrienden zijn.’
Aanraking fijn
Tars heeft zichzelf opnieuw moeten uitvinden. ‘Wie was ik nou eigenlijk en wat wil ik met mijn leven nu ik opeens alles weer kan? Het was af en toe behoorlijk heftig tijdens de therapie. Ik was zo gewend om mijn gevoelens uit te schakelen. Zoals tijdens onderzoeken vanwege mijn ziekte. Zo kwam ik erachter dat het enige fysieke contact dat ik kende was als artsen me onderzochten, of als ik bij mijn moeder uithuilde. De haptotherapeut raakte me aan op mijn rug en mijn been. Voor het eerst voelde ik dat een aanraking ook fijn kan zijn. Ik voelde de energie stromen en dat ik mijn lichaam openstelde.’ De laatste hobbel was zijn stoma. ‘Het voelde alsof daar een rots in een rivier lag. De therapie hielp me om ook dat stuk accepteren. De rots werd steeds kleiner, een rotsje, tot ik ook daar de energie voelde stromen. Op weg naar huis vroeg ik me af wat ik nou eigenlijk al die jaren had meegemaakt. Ik had voor het eerst gevoeld dat aanraken fijn kan zijn. En ik kan naar mezelf kijken in de spiegel. Ik ben blij met mijn stoma en heb mezelf geaccepteerd om wie ik ben.’
Fotograaf: Marrêt van den Heuvel, Puur in Beeld